Scroll Top
Core Explore Model en Non Core Oversteek

Het verschil tussen Core en non-core innovaties (deel 1/3)

In deze serie van artikelen ga ik in op het verschil tussen core en non-core innovaties en hoe hier succesvol mee om te gaan. In het eerste deel bespreek ik wat precies het onderscheid is. In het tweede deel bekijk ik waarom het zo lastig is om een succesvolle non-core innovatie te laten landen in de eigen organisatie. In het derde en laatste deel stel ik een aanpak voor om dit beter te doen.

Als we het over innovatie hebben, dan heeft iedereen daar een ander begrip van. Voor de ene is het innovatie als we ons product bijvoorbeeld 20% sneller/beter/ dunner/ goedkoper maken, een ander heeft het over de toepassing van AI binnen de organisatie.

Vaak gaat het hierbij om een verschil tussen core en non-core innovatie. In dit artikel ga ik dieper in op het onderscheid tussen die twee, waarbij het Core-Non Core model centraal staat. Als je onderscheid weet te maken tussen deze twee types innovatie, kun je stappen zetten in het verhogen van de innovation excellence van jouw organisatie.

Hiertoe eerst een uitstapje…

Het 3 Horizons model

De 3 horizons van innovatie worden gebruikt als model om een onderscheid te kunnen maken tussen de verschillende types van innovatie. De precieze grens tussen de horizons valt soms moeilijk te bepalen. Het volgende plaatje kan hierbij helpen:

horizons of innovation

De grens tussen de horizons wordt bepaald door het feit of we iets al goed kennen, of het nieuw voor ons is, of nieuw is voor onze bedrijfstak/ de wereld. Daarnaast kijken we op de x-as naar nieuwe technologie en/of oplossingen. Op de y-as kijken we of de markt en/of klanten al bekend zijn.

H1: Horizon 1 
Horizon 1 is incrementele innovatie ofwel verbetering/ vernieuwing. Technologie, oplossingen, markt en klanten zijn goed bekend.  De focus ligt op efficiency en de dingen juist doen.

H3: Horizon 3
Horizon 3 is de verre toekomst. Technologie en oplossingen zijn zo goed als onbekend. Het kan ook gaan om volledig onbekende markten of klantgroepen. De focus in deze horizon ligt op leren wat werkt. Hoe kunnen we nieuwe technologie in onze context inzetten?

H2: Horizon 2
Horizon 2 zit er tussenin. De technologie of oplossingen zijn bekend, maar nog niet bij jouw organisatie. Markt en klanten zijn niet nieuw, maar wel voor jouw organisatie. Er is een goed idee, maar hoe het in de markt te zetten is lastig te bepalen. Focus in deze horizon ligt op het ontdekken van nieuwe business modellen.

Ho: Horizon 0
Dit is onze eigen toevoeging aan het model. Iedere innovatie die gericht is op het verbeteren van de interne organisatie valt onder Horizon 0.

Het Exploratie – Exploitatie model

Als we producten ontwikkelen begeven we ons op een tijdslijn die van meer naar minder onzekerheid leidt. Dit noemen we het explore- exploit continuüm.

– Explore/ Exploratie
Exploratie activiteiten hebben betrekking op zoeken. Zoeken naar ideeën die veranderd worden in waardeproposities, die relevant zijn voor klanten. En die ingebed kunnen worden in een schaalbaar en winstgevend business model
– Exploit/ Exploitatie
Exploitatie activiteiten hebben betrekking op groei. Hierbij gaat het om schalen van nieuwe business modellen en het verbeteren of opnieuw uitvinden van bestaande business modellen.

In het onderstaande plaatje van Strategyzer: wordt geïllustreerd hoe de productontwikkelingsfase plaatsvindt in het Explore deel, waarna (als het goed is) een overdracht plaats vindt naar de Exploitatie zone.

explore vs exploit

Het Core-Non-Core model

In het Core-Non-Core Model combineren we het perspectief van de Horizons met het Explore-Exploit Model. Vanuit onze consultancy praktijk hebben we bovendien geleerd dat onderscheid in 2 types afdoende is.

Core-Non-Core modelAan de hand van dit simpele model kun je de ontwikkelingsportfolio in 2 categorieën indelen.

Core versus Non-Core

CORE
Producten/diensten die onder Core vallen zijn relatief zeker en hebben een hogere kans van slagen. Zij kunnen via het reguliere productontwikkelingsproces ontwikkeld worden en vinden een landingsplek in de organisatie. We kijken naar ofwel medewerkers, ofwel bestaande doelgroepen. De technologie die je als organisatie gebruikt is reeds bekend of is de nieuwe generatie. Als richtlijn hanteer ik dat er minder dan 20% aan nieuwe technologische elementen in de gehele propositie zitten. Core is gelijk aan Horizon 1 + Horizon 2 Light.

Binnen Core kan zowel exploitatie als exploratie vallen. Exploitatie heeft dan betrekking op Life Cycle Management, terwijl nieuwe proposities onder Exploratie vallen.

NON-CORE
Non-Core Innovatie zijn producten, diensten en business modellen die gevoelsmatig verder van onze core business liggen. Er is meer onzekerheid. Deze onzekerheid zit op het vlak van technologie, business model, nieuwe doelgroepen of hoe stakeholders gaan reageren. Als richtlijn hanteren we dat er meer dan 20% aan nieuwe elementen (nu dus breder dan technologie!) in de gehele propositie zitten.

Dit is het gebied waar je als organisatie meer aandacht aan moet besteden om te bouwen aan je innovation excellence. Non-Core is gelijk aan de meer innovatiever Horizon 2 en Horizon 3. Non-Core trajecten zijn per definitie Exploratie trajecten.

We maken daarnaast ook onderscheid tussen extern en intern:

Extern: dit zijn producten, proposities en business modellen rechtstreeks gericht op onze klanten en/of gebruikers
Intern: dit zijn verbeteringen en innovaties gericht op onze medewerkers. Ook hier kunnen we onderscheid maken tussen core en non-core. Denk bijvoorbeeld aan een update van Office (core) of het invoeren van een nieuwe beloningssystematiek (non-core)

Core bridge en non-core crossing

Wat er in de praktijk gebeurt, is dat de Core activiteiten na realisatie redelijk gemakkelijk in de exploitatie organisatie geabsorbeerd kunnen worden. Er is een “core brug” beschikbaar die zorgt voor een veilige landing in de Exploitatie zone.

Echter, voor de Explore projecten (non-core) is die route een stuk ingewikkelder. Dit noem ik de non-core crossing.  Hiertoe heb ik de volgende illustratie gemaakt (let op het poppetje dat bijna verdrinkt en de rondzwemmende haai!).

 

Toepassing in de praktijk

De eerste stap  van het model is bewustwording: wat is bij ons Exploitatie en wat is Exploratie? Zoals we gezien hebben in de tweede illustratie gaat het bij de overdracht van Explore naar Exploit het nodige fout.
1. Door je bewust te zijn van het onderscheid tussen core en non-core activiteiten kun je veel makkelijker bepaalde strubbelingen in de organisatie vanuit de juiste context beoordelen.
2. Je weet nu dat Explore initiatieven de nodige overdrachtrisico’s met zich meebrengen. Hoe gaat jouw organisatie hiermee om?
3. Onderscheid maken in werkwijze/ proces: Activiteiten die zich richten op de Core vergen een andere werkwijze dan Non-Core activiteiten. Ze moeten bovendien op een andere manier aangestuurd worden.
4. Onderscheid maken in menstype. Niet voor niks is het blokje Explore “geel” en het blokje Exploit “blauw. De realiteit is dat een ander type mens graag werkt in het Explore of Exploit continuüm. Het is verstandig om hiermee rekening te houden.

In het volgende deel “7 redenen waarom een succesvolle non-core innovatie toch geen succes wordt: de overgang van exploratie naar exploitatie” leg ik uit waarom innovaties die dicht bij het huidige productengamma van een organisatie wel slagen en non-core innovaties niet. Er zijn namelijk 7 redenen waarom non-core innovaties het moeilijk hebben.

Referenties
– De 3 horizons van innovatie – Pimcy
– Innovation Excellence – Pimcy
– Explore- Exploit – Strategyzer
Kleuren Insights Discovery

Nieuws

Over ons

Privacyvoorkeuren
Wanneer u onze website bezoekt, kan deze informatie van bepaalde services via uw browser opslaan, meestal in de vorm van cookies. Hier kunt u uw privacyvoorkeuren wijzigen. Houd er rekening mee dat het blokkeren van sommige soorten cookies van invloed kan zijn op uw ervaring op onze website en de diensten die we aanbieden.